Een terugblik op 2022
Werknemers kijken met andere ogen naar het kantoor. Ze denken na over het 'waarom' ze zich naar kantoor zouden verplaatsen.
Het meest recente Leesman-onderzoek belicht drie cyclische stadia van 'doelgerichte aanwezigheid’ en hoe organisaties daaruit een nieuwe werkervaring kunnen laten ontkiemen.
- Bewuste besluitvorming: Eén op drie respondenten verwachten een organisatie breed mandaat om een bepaald aantal dagen op kantoor te werken. Anderzijds verwachten werknemers de vrijheid om hun werkomgeving te kiezen in functie tot de geplande activiteiten. Bewuste besluitvorming kan alleen worden bereikt als vrijheid wordt gegeven.
- De kracht van verbinding en ‘hotelificatie’: Hoewel de thuiswerkplek de meeste activiteiten nog steeds beter ondersteunt dan het kantoor, zijn er een handvol activiteiten die werknemers naar kantoor trekken. Het gaat specifiek om verbinding in plaats van samenwerking. Verbindende activiteiten die beter ondersteund worden op kantoor zijn het ontvangen van bezoekers, opdrachtgevers of klanten; informele sociale interactie; leren van anderen. Indien het kantoor als werklocaties bijzonder goed is ingericht kunnen zaken als parkeren; stille ruimtes om alleen of met z'n tweeën te werken; toegankelijkheid van collega's, werknemers verleiden om naar kantoor te komen.
- Reflectie: 'Doelgerichte aanwezigheid’ is geen eenmalig gegeven dat zich automatisch verankerd. Elke interactie tussen een werknemer en diens werkplek bepaalt en stuurt zijn denkproces en besluitvorming bij het beslissen tussen thuis werken of zich naar kantoor te verplaatsen. Als de werkervaring op kantoor ‘niet de moeite waard is’, is de kans op terugkeer kleiner.
Het draait allemaal om de verplaatsing
Het woon-werkverkeer is terug van weggeweest tijdens de gezondheidscrisis. Voor wie voor de crisis al werkzaam was, werd het woon-werkverkeer als het dagelijkse normaal aanvaard. Voor wie nog relatief nieuw is in de arbeidsmarkt is het woon-werkverkeer een nieuw gegeven.
Algemeen ligt het woon-werkverkeer vandaag erg gevoelig bij medewerkers. Volgens Leesman-onderzoek zijn 6 op 10 werknemers tevreden over hun woon-werkverkeer (59%). Iets meer dan 4 op 10 denkt zelfs dat het woon-werkverkeer een positieve invloed heeft op hun algehele levenskwaliteit (43%). Dit resultaat suggereert dat het woon-werkverkeer een onderdeel is en waarschijnlijk zal blijven van het leven van de meeste mensen. Van de 76.000 bevraagde werknemers werkten slechts 27% uitsluitend thuis en hadden dus niet meer te maken met woon-werkverkeer. Voor de meerderheid geldt dat het woon-werkverkeer is afgenomen t.o.v. voor de pandemie, maar niet is verdwenen.
Het woon-werkverkeer is vandaag een breekpunt om naar kantoor te komen:
Verplaatsingstijd |
Aantal dagen per week op kantoor |
||
|
0-1 dag |
|
4– 5 dagen |
> 1 uur |
38% |
51% |
11% |
45 – 60 minuten |
29% |
56% |
15% |
30- 45 minuten |
25% |
57% |
18% |
15 – 30 minuten |
22% |
51% |
27% |
< 15 minuten |
19% |
43% |
38% |
Niet allen de verplaatsingstijd laat zich gelden, ook het vervoermiddel beïnvloedt medewerkers. Werknemers die met de auto naar het werk rijden, zijn algemeen minder geneigd om te denken dat hun woon-werkverkeer een positieve invloed heeft op hun algehele kwaliteit van leven, in vergelijking tot wie fietst of loopt naar de werklocatie. Het verschil valt nog meer op bij langere reistijden.
Verplaatsingstijd / verplaatsingsmodus |
Positieve invloed van het woon-werkverkeer op algehele levenskwaliteit |
||
|
Niet akkoord |
Neutraal |
Akkoord |
> 1 uur – auto |
67% |
17% |
16% |
Fietsen / wandelen |
38% |
12% |
50% |
45 – 60 minuten auto |
66% |
17% |
17% |
Fietsen / wandelen |
42% |
16% |
42% |
30- 45 minuten auto |
43% |
25% |
32% |
Fietsen / wandelen |
11% |
7% |
82% |
15 – 30 minuten auto |
20% |
26% |
54% |
Fietsen / wandelen |
5% |
5% |
90% |
< 15 minuten auto |
6% |
18% |
76% |
Fietsen / wandelen |
2% |
9% |
89% |