De werkomgeving is op weg voor ‘phygital’

(foto: josiepics - 123RF) |
‘Phygital’ moet ook het antwoord bieden op de noodzaak om de continuïteit van de werking van organisaties te verzekeren. Het ondersteunt het werken op het juiste moment en op de juiste plaats, waardoor de kwaliteit van het werken verbetert.
Waar bij de digitale werkplek (vb. thuiswerken) vooral de digitale ondersteuning centraal staat, gaat het bij ‘Phygital’ om zowel de tools als de ruimte. De focus ligt op het evenwicht tussen de tools en de werkruimte (kantoor of derde werkplek). Daar is een overkoepelende visie voor nodig die rekening houdt met het aantal vierkante meters, de inrichting, de aankleding, de sfeer, de technische en andere ondersteuning, de services…
‘Phygital’ moet samenwerken ondersteunen zonder dat de medewerkers samen moeten zitten, wat ook als ‘asynchroon samenwerken’ (in tijd en plaats) wordt benoemd. Kort samengevat gaat het om het creëren van betere werkomstandigheden voor het aantrekken en/of behouden van medewerkers.
Veranderingen op vele vlakken
De werkweek is er helemaal anders gaan uitzien door hybride werken; het is een lappendeken van tijdslots en locaties, waarbij wel 3 tot 4 maal per dag van werkplek wordt gewisseld. De werktijd wordt modulair en maximaal autonoom ingedeeld. Specifiek in Frankrijk kent de ‘derde werkplek’ (co-working places) groot succes. Het is een uitdaging om het juiste evenwicht te vinden voor fysieke aanwezigheid op kantoor en werken op afstand.
Services worden kritischer bekeken door wie ze geniet. Werknemers verwachten premium kwaliteit op kantoor, evenals meer individueler en taakgebonden services. Zo wordt algemeen verwacht dat de digitale ervaring de fysieke maximaal evenaart, wat betere camera’s voor videomeetings en meer aandacht voor de akoestische kwaliteiten van de werkomgeving vereist.
In dezelfde lijn volgen een vlotte toegang tot alle data die nodig is voor het werken: haperingen en zeker onderbrekingen worden absoluut niet getolereerd.
Waar vroeger taken vaak aansloten tussen werknemers (van een eerste naar een volgende), worden de verschillende taken nu vaker door één persoon verricht, al dan niet in de zin van projectmatig werken. Dat maakt de gebruikerservaring individueel zeer verschillend, wat een uniforme werkondersteuning voor alle medewerkers eigenlijk uitsluit.
Services moeten gekozen worden in functie tot de werkplek waar de werknemer zich bevindt, m.a.w. niet langer alleen het kantoor. Het actuele werken beter leren kennen is essentieel om daarvoor de juiste ondersteuning te bepalen.
(Artikel geïnspireerd door een Le Lab debat, georganiseerd en geleid door Workplace Magazine, Frankrijk)